We zijn gespecialiseerd in mensen met ASS (Autismepectrumstoornis) en AD(H)D.
ASS en AD(H)D in het kort
Autisme is een aangeboren ontwikkelingsstoornis waarbij kinderen zich over het algemeen op een andere manier ontwikkelen dan hun leeftijdgenootjes; in een ander tempo of andere volgorde. Wanneer je geboren wordt met een Autisme Spectrum Stoornis, verwerken je hersenen alles wat je ziet, hoort, voelt en ruikt op een andere manier dan gebruikelijk. Dat komt omdat verschillende delen van je hersenen dan minder goed met elkaar samenwerken.
Voor iemand met autisme bestaat de wereld hierdoor uit allemaal losse deeltjes, waardoor je je niet makkelijk in de gevoelswereld van anderen kunt verplaatsen, lichaamstaal niet begrijpt en moeite hebt met veranderingen. Bij veel mensen met een Autisme Spectrum Stoornis is ook sprake van een bijkomende psychische kwetsbaarheid, verstandelijke beperking en/of taalstoornis (bijvoorbeeld later leren praten). Zelfs degenen met een gemiddelde of hoge intelligentie (IQ) vertonen een onregelmatig profiel van vaardigheden.
De informatie die je binnenkrijgt, wordt wanneer je autisme hebt niet in een context geplaatst. Hierdoor kost het je moeite om de wereld te begrijpen. Andersom snappen mensen jou vaak niet. Daarnaast heb je soms moeite met veranderingen en prikkels. Autisme komt ongeveer twee keer zo vaak voor bij mannen als bij vrouwen.
De symptomen zijn voor iedereen anders.
In een ouder handboek over psychische stoornissen werd er onderscheid gemaakt tussen vijf verschillende soorten autisme:
- Klassiek autisme;
- Syndroom van Asperger;
- PDD-NOS;
- Syndroom van Rett;
- Desintegratieve stoornis.
Tegenwoordig gebruiken we nog maar één verzamelnaam: de Autisme Spectrum Stoornis (ASS). Een spectrum geeft aan dat de ernst van de stoornis in verschillende vormen en gradaties voorkomt.
Veel voorkomende symptomen bij autisme

Moeite met communicatie
- Moeite met (onverwachte) verandering
- Dingen letterlijk nemen
- Moeite met oogcontact maken
- Teruggetrokken

Gedragskenmerken
- Moeite met concentratie
- Moeite met overzicht houden | Onoplettendheid
- Steeds dezelfde routines en patronen vasthouden
- Bewegingsstoornis | Houterige en herhaaldelijke bewegingen
Veel voorkomende kenmerken van AD(H)D
Mensen met een ADHD zijn snel afgeleid, zijn soms druk of juist stil. Ze hebben moeite om hun aandacht ergens bij te houden, hebben moeite met luisteren. Tevens doen ze vaak dingen zonder het gevaar ervan in te zien, of erover na te denken.
kenmerken van ADHD:
- Onoplettendheid
- Aandacht tekort
- Hyperactiviteit stoornis
- Moeite met zorgvuldig plannen en organiseren
- Snel geprikkeld zijn
Een veel voorkomend patroon is onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit dat interfereert met het functioneren of de ontwikkeling, zoals gekenmerkt door 1 en/of 2.
(1) Symptomen van onoplettendheid
De volgende symptomen hebben zich minstens zes maanden achtereen voorgedaan, passen niet bij het ontwikkelingsniveau van de betrokkene en hebben een negatieve invloed op sociale, schoolse of beroepsmatige activiteiten.
Oppositioneel gedrag, uitdagendheid, vijandigheid, onvermogen om taken of instructies te begrijpen. Onvoldoende aandacht voor details, achteloos fouten maken in schoolse taken, in het werk, of bij andere activiteiten. Moeite om aandacht vast te houden bij taken of bij spel. Niet lijken te luisteren als hij/zij direct aangesproken wordt. Slaagt niet in het afmaken van schoolse taken, karweitjes of verplichtingen. Moeite met het organiseren daarvan, en afkeer van langdurige mentale inspanning, zoals huiswerk. Vaak dingen kwijt raken die nodig zijn voor uitvoering van taken (zoals speelgoed, pennen, boeken, gereedschap). Vergeetachtig en makkelijk afgeleid door allerlei externe prikkels.
(2) Symptomen van hyperactiviteit en impulsiviteit
De volgende symptomen hebben zich minstens zes maanden achtereen voorgedaan, passen niet bij het ontwikkelingsniveau van de betrokkene en hebben een negatieve invloed op sociale, schoolse of beroepsmatige activiteiten.
Oppositioneel gedrag, uitdagendheid, vijandigheid, onvermogen om taken of instructies te begrijpen. Steeds onrustig zijn en bewegen met handen en voeten, niet kunnen stilzitten op de stoel. Vaak ongeoorloofd opstaan in de schoolklas of op andere plaatsen waar je geacht wordt te blijven zitten. Rondrennen in situaties waar dit ongepast is. Moeite met rustig spelen of zich kunnen bezighouden met ontspannende activiteiten. Vaak ‘druk in de weer’ of hij/zij ‘draaft maar door’. Geeft al antwoorden vóórdat de vraag volledig gesteld is. Kan niet op zijn/haar beurt wachten, verstoort bezigheden van anderen, en dringt zich op, mengt zich bijvoorbeeld ‘zomaar’ in gesprekken of spelletjes. (Bij adolescenten en volwassenen zijn het vaak subjectieve onrustgevoelens die zich minder lichamelijk uiten).